Vingerlusvlechten

Vingerlusvlechten is een techniek die veel gebruikt werd in de Middeleeuwen in Europa. Een vingerlusvlecht is robuust en sterk. Er zijn nu nog een paar gebieden in Zuid-Amerika, Azië en het Midden-Oosten waar men soortgelijke technieken toepast. In Europa lijkt deze techniek vergeten te zijn na 1600. Dat heeft ermee te maken dat stoffen en draden vergaan zijn in de loop van de tijd. Voorbeelden van de oorspronkelijke vlechten zijn dus zeer zeldzaam. Soms zijn ze te zien op oude schilderijen.

Vingerlusvlechten maak je met alleen je handen. Zo kun je vlechten maken met wel 10 draden of meer. Je kunt van alles vlechten: armbanden, chokers, riemen, haarbanden, als versiering op kleding enzovoorts.

De koorden kunnen met verschillende materialen gemaakt worden.
In de Middeleeuwen was zijde populair, vooral omdat het sterk was en geverfd kon worden in veel verschillende kleuren. Leer was ook populair, vooral als veters in schoenen en het vastmaken van wapens. Er is ook bewijs dat er wol, linnen en vlas werd gebruikt, maar daarvan is maar weinig bewaard gebleven.

Door op verschillende manieren en met verschillende kleuren te werken, creëer je steeds een ander effect.


Vlechten met 5 lussen

Vlechten met 7 lussen